Voor het melden aan de verwijsindex moet er sprake zijn van een daadwerkelijke bedreiging van de gezonde en veilige ontwikkeling van de jeugdige. Meestal is niet één geïsoleerd probleem doorslaggevend voor het doen van een melding, maar maakt een combinatie van verschillende problemen een situatie dermate ernstig dat een melding aan de verwijsindex gerechtvaardigd is.

Het leefgebied ‘Onderwijs & Werk’ betreft het onderwijs (ook kinderopvang en buitenschoolse opvang) dat de jeugdige volgt en/of het werk dat de jeugdige heeft. Daarnaast gaat het ook om de omstandigheden die de onderwijs- en/of werksituatie van de jeugdige kunnen beïnvloeden.

  1. De jeugdige heeft problemen in het cognitief functioneren, leren en schoolprestaties
  2. De jeugdige is van school/kinderopvang gestuurd
  3. De jeugdige wisselt veelvuldig van school
  4. De jeugdige is leerplichtig en gaat niet naar school
  5. De jeugdige is niet meer leerplichtig, maar heeft geen baan/praktijkonderwijs, geen startkwalificatie, geen vrijwilligerswerk en/of participeert onvoldoende in de samenleving
  6. Kenmerken van de dagbesteding (school, kinderopvang, buitenschoolse opvang of werk)
    die op problemen en/of risico’s kunnen wijzen
  7. Kenmerken van opleiding/werk/betrokkenheid ouder(s) die op problemen en/of risico’s
    kunnen wijzen
Lees alle toelichtingen bij de criteria
Sluit toelichting
Melden mag, afwegen moet!

IV.  Toelichting bij de criteria van leefgebied ‘Onderwijs & Werk’

  1. Vermoede of gediagnosticeerde leerstoornis/leerprobleem, taal-/spraakachterstand, ontwikkelingsvertraging/-achterstand of lage intelligentie. Onvoldoende of wisselende werkhouding/motivatie, concentratieproblemen, onvoldoende taakgerichtheid. De genoemde problemen hebben, bij kwetsbare jeugdigen, een direct negatief effect op andere gebieden.
  2. Schorsing, m.n. situaties waar er geen passend vervolgaanbod meer is, waar wel nadrukkelijk behoefte aan is.
  3. Geen toelichting
  4. De jeugdige spijbelt veel en/of er is sprake van gedekt verzuim.
  5. Geen toelichting
  6. Negatief school- en/of klassenklimaat, strafklimaat, negatief werkklimaat, leven in twee culturen (Nederlandse en andere). School/mentor/werkgever ervaart geen probleem (terwijl er wel een probleem is). Inadequate begeleiding van leerkrachten/begeleiders/werkgever.
  7. Laag opleidingsniveau van de ouder. Ouder spreekt geen Nederlands. Analfabetisme van ouder(s). De ouders zijn onvoldoende betrokken bij de opleiding van de jeugdige, houden de jeugdige onterecht van school af. Ouder haalt de jeugdige opeens van school of opvang af. Onvoorspelbaar breng- en haalgedrag van de ouders.
Terug naar de voorkant